volksgezondheid

Het behouden van sociaal, fysiek en mentaal welbevinden, zingeving en kwaliteit van leven, dat is vitaal ouder worden. Gemeenten zijn volgens de Wet publieke gezondheid (Wpg) verantwoordelijk voor het stimuleren en faciliteren van vitaal ouder worden. Sinds 2023 wordt er vanuit het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) door gemeenten ook ingezet op valpreventie. Wat is valpreventie, hoe implementeer je het en hoe verhoudt het zich tot vitaal ouder worden?

Iedereen wil oud worden, niemand wil het zijn

Onze levensverwachting stijgt: steeds meer mensen bereiken een hoge leeftijd. 1 En toch hangen er nog altijd stigma’s rondom ouder worden. Iedereen wil oud worden, maar niemand wil het zijn. Het wordt tijd voor een positievere blik op ouder worden. Onder vitaal ouder worden verstaan we dat mensen zoveel mogelijk eigen regie kunnen blijven voeren en hierbij het vermogen hebben om met alle uitdagingen in het leven om te gaan. Ouder worden gaat nu eenmaal gepaard met uitdagingen, maar hoe blijf je de dingen doen die je belangrijk vindt?


Vanuit preventie mag er meer aandacht komen voor de voorbereiding op de derde levensfase (de fase van pensionering). Aandacht voor sociaal, fysiek en mentaal welbevinden, zingeving en kwaliteit van leven en zo vitaal ouder worden. En daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen. De basis van vitaal ouder worden ligt al voor de conceptie. Ook de sociale en fysieke omgevingen moeten hierop ingericht zijn. Voor alle levensfases, maar voor de derde levensfase specifiek, moeten deze gericht zijn op toegankelijkheid en uitnodigen tot participatie. 2 Gemeenten zijn volgens de Wet publieke gezondheid (Wpg) verantwoordelijk voor het stimuleren en faciliteren van vitaal ouder worden.


Valpreventie is onderdeel van vitaal ouder worden. Door het stimuleren van vitaal ouder worden, kunnen ouderdomsproblemen (zoals vallen) worden uitgesteld of voorkomen. Het bevorderen van de mobiliteit door middel van valpreventie, geeft senioren (weer) meer regie over het leven en kwaliteit van leven.


Vallen is een veel voorkomend ouderdomsprobleem. In 2022 bezochten 117.000 65-plussers in Nederland de spoedeisende hulp (SEH) na een val. Dat betekent elke 4 minuten een zorgvraag aan de SEH. 3 Daarom wordt er vanuit het Integraal Zorgakkoord (IZA: gericht op zorg) 4 en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA: gericht op preventie) ingezet op het opzetten van een Ketenaanpak Valpreventie voor thuiswonende 65-plussers. 5 Voor regio Haaglanden gaat dat om ruim 190.000 inwoners. 6 Gemiddeld gaf ruim een kwart van de 65-plussers aan in het afgelopen jaar te zijn gevallen (rapportagejaar 2020). 7Zie tabel 1.

Tabel 1 Aantal thuiswonende 65-plussers en percentage 65-plussers dat is gevallen; gemeenten in Haaglanden (Bron: CBS en Gezondheidsgids GGD Haaglanden).

Valpreventie

Vallen kan veel verschillende oorzaken hebben, waarbij 13 valrisicofactoren worden onderscheiden (zie kader). 8 Om alle valrisicofactoren aan te pakken, zijn veel verschillende professionals uit zowel het zorgdomein als het sociale domein nodig. Voorbeelden zijn de apotheek die het medicatiegebruik nader bekijkt, de audicien die het gehoor test, de diëtist die de eiwit- en vitamine D-inname bekijkt, de podotherapeut die de voetproblemen behandelt en de welzijnsmedewerker die sociale en beweegactiviteiten biedt. Het netwerk moet elkaar en het aanbod kennen. Voor een effectieve aanpak van valpreventie is samenwerking, uitwisseling en doorverwijzing noodzakelijk: een ketenaanpak.

Valrisicofactoren

  1. Valgeschiedenis: eerdere vallen;
  2. Mobiliteit: problemen met balans, lopen en spierkracht;
  3. Medicijngebruik: bij het ouder worden, wordt het lichaam gevoeliger voor bijwerkingen. Dit verhoogt de kans op negatieve effecten, waaronder valrisico;
  4. Valangst: kan leiden tot vermijden van fysieke activiteiten en daarmee tot verlies van spierkracht, coördinatie en flexibiliteit;
  5. Cognitie en stemming: stoornissen zoals dementie of depressie kunnen leiden tot bijvoorbeeld het verkeerd inschatten van de eigen mogelijkheden en afname van lichamelijke activiteiten;
  6. Gezichtsvermogen: verminderde diepteperceptie, gezichtsscherpte en contrastgevoeligheid;
  7. Duizeligheid: veelvoorkomend probleem bij ouderen;
  8. Incontinentie: haasten naar het toilet;
  9. Gehoorproblemen: verminderd evenwicht en omgevingsbewustzijn en schrikreacties;
  10. Meer moeite met Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL, zoals eten, wassen en aankleden): onafhankelijke risicofactor;
  11. Omgevingsfactoren: bijvoorbeeld losse stoeptegels, slechte verlichting of gladde vloeren;
  12. Voetproblemen en schoeisel: kan leiden tot moeite met lopen en balans;
  13. Voedingstoestand en vitamine D: belangrijk voor spiermassa, spierkracht en balans.

Figuur 1 geeft een impressie van de samenhang tussen de valrisicofactoren en de verschillende betrokken domeinen en voorbeelden van de diverse professionals en het aanbod in de ketenaanpak.

Figuur 1 Infographic Valpreventie. Risicofactoren valpreventie en voorbeelden van bijbehorende aanbod in de ketenaanpak. (Bron: GGD Haaglanden)

Ketenaanpak Valpreventie

Vanuit IZA en GALA is de taak van het opzetten van de ketenaanpak belegd bij gemeenten. Hiervoor zijn financiële middelen beschikbaar vanuit de Specifieke Uitkering (SPUK). 5 Een deel van de keten valt onder de zorgverzekeringswet. 9 Wat onder verzekerde zorg valt, wordt later in dit artikel toegelicht.


VeiligheidNL heeft een Ketenaanpak Valpreventie opgesteld. 10
Deze bestaat uit 4 stappen:
1. Opsporen en bepalen van de mate van valrisico;
2. Screenen;
3. Aanbieden interventies;
4. Structureel aanbod.


Figuur 2 laat deze 4 stappen en het aanbod behorend bij de verschillende gradaties van valrisico, schematisch zien.

Figuur 2 Schematische weergave Ketenaanpak Valpreventie van VeiligheidNL. [10]

Opsporen en bepalen mate van valrisico
Het opsporen en bepalen van de mate van valrisico (laag, matig of hoog) kan met de Valrisicotest. 11 Deze test bestaat uit 3 stappen:

  • Stap 1: vragen over de valgeschiedenis, valangst en mobiliteitsstoornissen. Is het antwoord op alle 3 de vragen ‘nee’, dan is er sprake van laag valrisico. Bij 1 of meer keer ‘ja’, is stap 2 van toepassing;
  • Stap 2: beoordelen van de ernst van het valrisico. Er wordt onder andere gevraagd naar opgelopen letsel en de frequentie van vallen. Bij 1 keer of meer ‘ja’, is er sprake van hoog valrisico. Bij ‘nee’ op alle vragen gaat men door naar stap 3;
  • Stap 3: een looptest om de mobiliteit te beoordelen. Er wordt een afstand van 4 meter gelopen. Lukt dat binnen 4 seconden, dan is er sprake van een laag valrisico. Bij 4 seconden of langer is er sprake van een matig valrisico.

De Valrisicotest kan worden uitgevoerd door bijvoorbeeld een vrijwilliger, een welzijnsmedewerker of een fysiotherapeut.


Screenen
Alleen bij personen met een hoog valrisico is verdere screening nodig aan de hand van de Valanalyse. 8 Dit is een uitgebreide valrisicobeoordeling, waarmee wordt vastgesteld welke valrisicofactoren een rol spelen. De Valanalyse wordt gedaan door een zorgprofessional zoals de huisarts, en hieruit volgt een advies op maat. De afname van de Valanalyse valt onder verzekerde zorg. 9


Valpreventieve interventies
De valpreventieve interventies bestaan uit voorlichting, erkende valpreventieve beweeginterventies en advies op maat naar aanleiding van de Valanalyse.
De mate van valrisico bepaalt het type interventie. Voor personen met een laag en matig valrisico is er voorlichting als preventief aanbod. De voorlichting is erop gericht om senioren bewuster te maken over het toegenomen risico op vallen, maar ook over het belang van eiwitrijk eten en de inname van voldoende vitamine D.


Personen met een matig en hoog valrisico krijgen een valpreventieve beweeginterventie aangeboden. Er zijn 3 erkende valpreventieve beweeginterventies, gericht op verschillende doelgroepen: 1) Vallen Verleden Tijd, 2) InBalans en 3) Otago. De invulling van deze interventies is gebaseerd op verschillende maten van mobiliteit. Vallen Verleden Tijd biedt een training met behulp van een hindernisbaan, spelvormen en het leren van valtechnieken. InBalans gebruikt voorlichting en beweegoefeningen gebaseerd op Tai Chi, en Otago is een oefenprogramma ter verbetering van spierkracht en balans (zie figuur 3). 12 De valpreventieve beweeginterventies worden door gemeenten bekostigd vanuit SPUK. Alleen voor personen met een hoog valrisico als gevolg van onderliggende of bijkomende somatische of psychische problemen, valt dit onder verzekerde zorg. 9


Naast de valpreventieve beweeginterventies, zijn er ook valpreventieve interventies gericht op valangst: Zicht op Evenwicht en Zeker Bewegen. De interventie Thuis Onbezorgd Mobiel (TOM) combineert een erkende valpreventieve beweeginterventie met voedingsvoorlichting en -advies en sociale contactmomenten. 12

Figuur 3 Opzet van de erkende valpreventieve beweeginterventies van VeiligheidNL. 12

Structureel aanbod
Structureel sport- en beweegaanbod is voor iedereen belangrijk om fit en vitaal te blijven. Naast valpreventieve interventies moet er dan ook voor iedereen (laag, matig of hoog valrisico) structureel aanbod zijn. Zeker na deelname aan een valpreventieve beweeginterventie, zijn beweegoefeningen belangrijk om de verbeteringen in balans, spierkracht en functioneren te behouden. Het is daarom belangrijk om een divers aanbod te hebben, zodat er voor iedereen iets beschikbaar is dat op het niveau en de interesse van diegene aansluit. De stap om structureel te gaan bewegen is niet vanzelfsprekend. Naast een divers aanbod is ook toeleiding heel belangrijk en deze moet goed geregeld zijn in de keten. Voorbeelden van beweegaanbod gericht op senioren zijn GoldenSports, Sociaal Vitaal in Kleur en OldStars Sport. Het Kenniscentrum Sport en Bewegen heeft een uitgebreid overzicht van alle interventies. 13

Rotterdam: In beweging blijven na valpreventieve beweeginterventie - praktijkvoorbeeld VeiligheidNL

Aanpak
Rotterdam heeft verschillende manieren om deelnemers naar structureel aanbod toe te leiden:


  • Begeleiders gaan in gesprek met deelnemers over hun beweegwensen;
  • Deelnemers krijgen gastlessen van een aanbieder uit de wijk;
  • Deelnemers gaan op excursie: met de begeleider bezoeken ze een locatie;
  • Gezelligheid: bewegen is een sociale activiteit. Het is belangrijk dat beweegcursussen daar aandacht aan besteden.

Inzicht: Begin op tijd
Beleidsadviseur: ‘We weten dat het niet werkt als je pas in de laatste les van je valpreventieve beweeginterventie stilstaat bij het vervolgaanbod. Er zijn verschillende drempels die je moet overwinnen. Veel ouderen hebben in het verleden nooit gesport, dus een vereniging is voor hen echt even wennen. Daarnaast moet je soms reizen en zijn er kosten aan verbonden. Als je al weinig gemotiveerd bent, kunnen dat redenen zijn om ervan af te zien. Deelnemers hebben ook gewoon tijd nodig om de stap te zetten.’ 14

Implementatie vraagt om tijd en toewijding

Het kost veel tijd en energie om tot een goedlopende keten te komen, waarin alle professionals elkaar, het aanbod en de toeleiding kennen. Dit gaat niet vanzelf en iemand zal hierin de leiding moeten nemen. De gemeente kan hiervoor een lokale coördinator aanstellen. Hieronder wordt geschetst hoe de implementatie kan worden uitgevoerd. Zowel het Loket Gezond Leven van het RIVM als VeiligheidNL bieden hiertoe een handreiking met meer informatie en tools. 10, 15


Netwerk en doelgroep
De eerste stap bij het opzetten van de keten is om de huidige situatie rondom valpreventie in kaart te brengen. Welk aanbod is er al en wie voert dat uit? Welke organisaties binnen de gemeente kunnen een rol spelen binnen de keten? En welk aanbod mist er eventueel nog? Denk hierbij aan fysiotherapeuten die valpreventieve beweeginterventies aanbieden, welzijnsorganisaties met voorlichtingen en sportverenigingen die aanbod hebben specifiek voor senioren, zoals bijvoorbeeld judo.


Ook de senioren zelf zijn bij deze stap een belangrijke partij in het gesprek. Dé senior bestaat niet en er zullen binnen deze groep verschillende wensen zijn. Om in contact te komen met de doelgroep is het raadzaam om aan te sluiten bij bestaande groepen van welzijnsorganisaties, koffie-uurtjes in buurthuizen, de bingo of initiatieven zoals Café Positief Gezond. Welk aanbod missen zij en wat vinden zij belangrijk binnen het aanbod? Is dat bijvoorbeeld sociaal contact tijdens een activiteit, of een korte reistijd?


Het is van belang om hierbij extra aandacht te hebben voor de kwetsbare, moeilijk bereikbare doelgroep. Senioren met een lage sociaaleconomische status en/of een migratieachtergrond, hebben gemiddeld een slechtere (ervaren) gezondheid, vallen vaker en leven korter. 16, 17 En juist bij deze groep sluiten bestaande interventies vaak niet goed aan op hun belevingswereld of mogelijkheden. Onderzoekers van Pharos en VeiligheidNL zijn voor deze doelgroep tot 7 werkzame elementen gekomen: 18


  1. Investeer langdurig in lokale netwerkpartners en sleutelpersonen;
  2. Zorg voor goede deskundigheid van de professional;
  3. Heb aandacht voor de persoon en kijk verder dan alleen valpreventie;
  4. Betrek de doelgroep in alle fases van de interventieontwikkeling en/of doorvertaling;
  5. Bouw een sociaal element in;
  6. Zorg voor passende communicatie;
  7. Haal praktische drempels weg.

Afstemming
Als het netwerk en de doelgroep in kaart zijn gebracht, is de volgende stap afstemming over de invulling van de lokale valpreventieketen. Dit wordt samen met de professionals en lokale netwerkpartners gedaan. Wie gaat welke rol vervullen, is het aanbod voldoende duidelijk voor iedereen zodat doorverwijzingen soepel verlopen, welke informatie binnen de keten is nodig voor monitoring en evaluatie en wat moet hiervoor worden geregistreerd? Hierbij zijn duidelijke afspraken over de samenwerking en een overzichtelijke doorverwijsstructuur, alsmede goede communicatie en afstemming hierover, belangrijk. Er kan een projectteam opgericht worden om dit te realiseren. Binnen dit team kan dan ook over de borging worden nagedacht. Zijn de afspraken duurzaam en hoe wordt de financiering op lange termijn gerealiseerd?


Kennis professionals
De werkzaamheden van sommige professionals sluiten volledig aan op hun rol in de keten. Voor andere professionals zal hun rol in de keten een aanvulling zijn op andere werkzaamheden. Na inventarisatie hiervan kan bepaald worden hoe deze professionals hierop kunnen worden voorbereid. VeiligheidNL biedt een breed scala aan informatie voor professionals, zoals e-learnings over het opsporen van het valrisico of het motiveren van ouderen voor valpreventie, maar ook trainingen voor het uitvoeren van de Valanalyse of een valpreventieve beweeginterventie. 19


Bewustwording bij de doelgroep
Vanwege de stigma’s op ouder worden, is vallen niet iets waar mensen graag mee geconfronteerd willen worden. Valpreventie is nodig voor de buren, maar niet voor henzelf. Daarom is bewustwording creëren bij de doelgroep ook van belang. De communicatie over valpreventie, de wijze waarop het wordt neergezet en het taalgebruik zijn hierin belangrijk. In plaats van spreken over valpreventie, kunnen bijvoorbeeld in balans blijven, blijven staan of fit en vitaal blijven gebruikt worden.


Regionale samenwerking
Alle gemeenten gaan met dezelfde doelstellingen op het gebied van valpreventie aan de slag. Hier liggen mooie kansen om van elkaar te leren, elkaar te versterken en efficiënt om te gaan met tijd en middelen. Vanuit IZA en GALA wordt daarom ook ingezet op een regionale preventie-infrastructuur. Dit betekent ook dat alle inwoners in regio Haaglanden dezelfde kansen krijgen ten aanzien van valpreventie. Er valt te denken aan een regionale bewustwordingscampagne, kennisdeling door projectleiders en beleidsmedewerkers, regionale afspraken tussen zorgverzekeraars en ziekenhuizen en regionaal opleidingsaanbod voor de professionals in de keten. Gemeenten in Haaglanden hebben GGD Haaglanden de opdracht gegeven voor het aanstellen van een regionale ketenregisseur, om deze samenwerking voor valpreventie op te zetten.

Stevig Staan Noord-Limburg - praktijkvoorbeeld VeiligheidNL

Invulling ketenaanpak
Een regionale coördinator en 7 lokale coördinatoren zorgen voor een sluitende keten. Tijdens vitaliteitsbijeenkomsten worden er voorlichting gegeven en valrisicotesten gedaan. Dit wordt ook gedaan door zorgprofessionals die ‘achter de voordeur komen’, om ook de minder mobiele doelgroep te bereiken. Na al dan niet een Valanalyse zijn er de valpreventieve beweeginterventies InBalans en Vallen Verleden Tijd. Na afloop hiervan is er een terugkombijeenkomst.


Inzicht: Probeer de wachtlijst voor valpreventieve beweeginterventies kort te houden
Lokale coördinator: ‘Ik heb onderschat dat ook ouderen vaak een volle agenda hebben. Het is best een puzzel om mensen te plaatsen. Daardoor kan het gebeuren dat 4 fysiotherapeuten ouderen op hun wachtlijst hebben staan, maar ieder niet genoeg om een cursus te starten. Daarom gaan we dat beter afstemmen en wachtlijsten eerder samenvoegen.’ 20

Verbinding vitaal ouder worden en valpreventie

De samenwerking tussen het zorgdomein en het sociale domein is essentieel in de Ketenaanpak Valpreventie en zal bijdragen aan vitaal ouder worden. Nu komen er mensen met klachten in het zorgdomein (bijvoorbeeld bij de huisarts) die bij vroege opsporing geholpen hadden kunnen worden in het sociale domein. Fysieke klachten kunnen hun oorsprong hebben in bijvoorbeeld sociale uitsluiting, eenzaamheid of het ontbreken van zingeving. Wanneer er wordt gedacht vanuit positieve gezondheid, er goede afstemming is en een doorverwijsstructuur over de domeinen heen, kunnen serieuzere klachten voorkomen worden en blijven senioren langer vitaal.


De Ketenaanpak Valpreventie biedt meer mooie aanknopingspunten voor het stimuleren van vitaal ouder worden, zoals:

  • Bij het inrichten van de buitenruimte kan de sociale cohesie versterkt worden, door ontmoetingsplekken te creëren die ook senioren de mogelijkheid geven om uit te rusten op een bankje. Dit vergroot hun bewegingsruimte en zelfredzaamheid en gaat eenzaamheid tegen.
  • Een voorlichting over eiwitrijke voeding kan bestaan uit een kookworkshop, waarbij ook samen wordt gegeten. Samen koken en eten is goed voor de sociale binding.
  • De interventie Thuis Onbezorgd Mobiel (TOM) combineert onder andere een valpreventieve beweeginterventie met een sociale component, zoals het koppelen van iemand aan een maatje.
  • Ontmoetingsplekken zoals Café Max (Zoetermeer) of Café Positief Gezond (Delft) faciliteren ontmoeting en voorlichting.

Wilt u reageren?
Mail de auteur of de redactie

 Over de auteurs

M. Keetman, I.J. Volkstedt, B. Bos, gezondheidsbevorderaars, afdeling Gezondheidsbevordering,
GGD Haaglanden


E-mailadres: maartje.keetman@ggdhaaglanden.nl

Referenties

  1. VZinfo. Levensverwachting. Leeftijd en geslacht [Online]. 2023 (bezocht op 29 apr 2024); hier online beschikbaar.
  2. Raad Volksgezondheid en Samenleving. De derde levensfase: het geschenk van de eeuw [Online]. 2020 (bezocht op 29 apr 2024); hier online beschikbaar.
  3. VeiligheidNL. Infographic Valongevallen 65-plussers 2022 [Online]. (Bezocht op 08 apr 2024); hier online beschikbaar.
  4. ActiZ, De Nederlandse ggz, Federatie Medisch Specialisten, InEen, Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra, Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, Nederlandse Zorgautoriteit, Patiëntenfederatie Nederland, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland, Zelfstandige Klinieken Nederland, Zorginstituut Nederland, Zorgthuisnl, Zorgverzekeraars Nederland en Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Integraal Zorg Akkoord. Samen werken aan gezonde zorg [Online]. 2022 (bezocht op 30 apr 2024); hier online beschikbaar.
  5. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. GALA – Gezond en Actief Leven Akkoord [Online]. 2023 (bezocht op 30 apr 2024); hier online beschikbaar.
  6. CBS. Huishoudens; personen naar geslacht, leeftijd en regio, 1 januari [Online]. 2023 (bezocht op 29 apr 2024); hier online beschikbaar.
  7. GGD Haaglanden. Gezondheidsgids GGD Haaglanden. Vallen [Online]. (Bezocht op 29 apr 2024); hier online beschikbaar.
  8. VeiligheidNL. Valanalyse. Zo beoordeel je valrisico bij ouderen [Online]. 4e herziene druk maart 2023 (bezocht op 29 apr 2024). hier online beschikbaar.
  9. Nederlandse Zorgautoriteit. Valpreventie [Online]. (Bezocht op 30 apr 2024); hier online beschikbaar.
  10. VeiligheidNL. Ketenaanpak Valpreventie [Online]. (Bezocht op 08 apr 2024); hier online beschikbaar.
  11. VeiligheidNL. Valrisicotest [Online]. (Bezocht op 08 apr 2024); hier online beschikbaar.
  12. VeiligheidNL. Overzicht valpreventieve beweeginterventies [Online]. (Bezocht op 08 apr 2024); hier online beschikbaar.
  13. Kenniscentrum Sport en Bewegen. Erkende interventies [Online]. (Bezocht op 29 apr 2024); hier online beschikbaar.
  14. VeiligheidNL. Rotterdam houdt ouderen in beweging na valpreventieve beweeginterventie [Online]. (Bezocht op 31 apr 2024); hier online beschikbaar.
  15. Loketgezondleven. Ketenaanpak valpreventie uitvoeren gemeente [Online]. (Bezocht op 29 apr 2024); hier online beschikbaar.
  16. VZinfo. Ervaren gezondheid. Werk en inkomen [Online]. (Bezocht op 29 apr 2024); hier onine beschikbaar.
  17. GGD Haaglanden. Gezondheidsgids GGD Haaglanden. Ervaren gezondheid [Online]. (Bezocht op 29 apr 2024); hier online beschikbaar.
  18. VeiligheidNL. Valpreventie voor ouderen met een lage SES en/of migratieachtergrond [Online]. 2023 (bezocht op 29 apr 2024); hier online beschikbaar.
  19. VeiligheidNL. Valpreventie bij ouderen [Online]. (Bezocht op 29 apr 2024); hier online beschikbaar.
  20. VeiligheidNL. Stevig Staan Noord-Limburg: regionale aanpak, lokale invulling [Online]. (Bezocht op 31 apr 2024); hier online beschikbaar.

Referenties

Click to edit...