volksgezondheid

Gemiddeld roken inwoners in Haaglanden 5 sigaretten per dag mee door het inademen van ongezonde stoffen in de lucht. De gezondheidsschade van luchtvervuiling is daarmee hoger dan gemiddeld in Nederland. Ter vergelijking: een gemiddelde Nederlander ‘rookt’ zo’n 4,6 sigaretten per dag mee. Inwoners van Haaglanden overlijden gemiddeld 375 dagen eerder dan wanneer zij schone lucht zouden inademen, waar dit landelijk gemiddeld op 341 dagen ligt. Vooral op de dichtbevolkte plekken in de regio valt er nog veel gezondheidswinst te behalen met het verbeteren van de luchtkwaliteit. Dit blijkt uit onderzoek van de afdeling Leefomgeving van GGD Haaglanden. 1 Hierin is gekeken naar de blootstelling, bijdrage van lokale bronnen en de gezondheidsschade van luchtverontreiniging in 2019. GGD Haaglanden signaleert dat luchtkwaliteit nog tot veel gezondheidsschade leidt in de regio, en dat dit deels komt door uitstoot van lokale bronnen. Daarom adviseert ze de gemeenten, bedrijven en inwoners in de regio om lokaal én gezamenlijk te werken aan schonere lucht om de gezondheidsschade terug te dringen. Schone lucht is een gezamenlijke verantwoordelijkheid, en élke verbetering van de luchtkwaliteit levert gezondheidswinst op!

Gezondheidsschade van luchtvervuiling in Haaglanden hoger dan gemiddeld in Nederland 

Luchtverontreiniging geeft in Nederland van alle milieufactoren de grootste ziektelast: het veroorzaakt 3,5 procent van het totaal. 2 Dit is vergelijkbaar met de ziektelast veroorzaakt door overgewicht. De negatieve invloed hiervan op de gezondheid van inwoners in Haaglanden, is hoger dan gemiddeld in Nederland, blijkt uit onderzoek van de afdeling Leefomgeving van GGD Haaglanden. 1 De gezondheidsschade van luchtvervuiling is voor een inwoner van Haaglanden in het jaar 2019 gemiddeld vergelijkbaar met de schade veroorzaakt door het meeroken van 5 sigaretten per dag. Het gemiddelde is voor Nederland lager, namelijk 4,6 sigaretten per dag. Dit leidt ertoe dat inwoners van deze regio vroegtijdiger overlijden door luchtvervuiling (12,4 maanden) dan gemiddeld in Nederland (11,2 maanden). Met name de kwaliteit van leven gaat door luchtvervuiling achteruit. Zo veroorzaakt en verergert luchtvervuiling hart- en vaatziekten en longziekten zoals longkanker, astma en COPD. Sommige groepen zijn daarbij extra gevoelig (zie kader).


Het onderzoek laat ook zien in welke buurten de luchtkwaliteit beter is, en waar nog extra maatregelen genomen moeten worden. Vooral op dichtbevolkte plekken in de regio, zoals het centrum van Den Haag, zijn de concentraties van ongezonde stoffen in de lucht nog hoog. Er is vanwege de impact van de coronaperiode op de luchtkwaliteit in 2020 en 2021, gekeken naar de situatie in het jaar 2019. Van het jaar 2022 zijn de cijfers nog niet gepubliceerd. 10

Extra gevoelige groepen voor luchtvervuiling

Kinderen, ouderen, zwangere vrouwen en mensen met bestaande gezondheidsproblemen (zoals astma of hart- en vaatziekten) zijn extra gevoelig voor gezondheidsschade door luchtvervuiling. De Gezondheidsraad heeft hiervoor de term hooggevoelige groepen geïntroduceerd. Deze groepen kunnen door biologische factoren (zoals genetische aanleg), hun levensfase of een bestaande aandoening, eerder dan gemiddeld last krijgen van hun gezondheid door luchtvervuiling. Daarnaast is op sommige plekken de blootstelling aan luchtvervuiling hoger dan op andere plekken. Hierdoor worden mensen op deze plekken aan hogere concentraties vervuilende stoffen blootgesteld en lopen zij om die reden een verhoogd risico op gezondheidsschade. De Gezondheidsraad spreekt dan van hoogblootgestelde groepen. 3

Luchtvervuiling: een korte inleiding van een complex onderwerp

De lucht die we elke dag inademen is een mengsel van veel verschillende soorten gassen en stoffen. In de lucht zitten stoffen die nodig zijn om te overleven, maar ook stoffen die juist nadelig zijn voor de gezondheid. Hoge concentraties van stikstofdioxide (NO2), fijnstof (PM10 en PM2,5) en ozon (O3) zijn het meest van negatieve invloed op onze gezondheid (zie kader). 4 NO2 en fijnstof worden uitgestoten door verschillende bronnen, zoals verkeer en industrie. Ozon wordt onder invloed van zonlicht gevormd in de lucht.


In Nederland is er veel aandacht voor luchtvervuiling. De lucht is over de jaren heen veel schoner geworden (zie figuur 1). Aan de andere kant wordt er ook steeds meer bekend over de negatieve invloed van luchtvervuiling op de gezondheid. Op basis van de meest recente wetenschappelijke onderzoeken heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in 2021 de gezondheidskundige advieswaarden flink aangescherpt. 4 Ondanks het voldoen aan de wettelijke grenswaarden, wordt er nog lang niet voldaan aan deze nieuwe advieswaarden van de WHO. Er is dus nog veel gezondheidsschade van luchtvervuiling, ook in Haaglanden. 

Figuur 1 Trend van gemeten concentraties PM10 en NOx (waaronder NO2) en de emissie in de lucht in Nederland tussen 1990 en 2019. 5

De meest belangrijke componenten van luchtvervuiling zijn NO2 en fijnstof (PM10 en PM2,5)

Stikstofdioxiden

Stikstof (N2) is een gas dat overal om ons heen is, maar dat onzichtbaar en geurloos is. De lucht die we inademen bestaat voor 78 procent uit N2. 6 Het gas is van zichzelf niet schadelijk voor mens en milieu, maar sommige chemische verbindingen met stikstof zijn dat wel, waaronder stikstofdioxiden (NO2). Alle verbindingen van stikstofoxiden samen worden aangeduid als NOx, en NO2 valt hieronder. NO2 is een gas dat ontstaat bij verbrandingsprocessen en voor een groot deel bijdraagt aan luchtverontreiniging. Een belangrijke bron hiervan is het wegverkeer.


Fijnstof

Met fijnstof worden alle vaste en vloeibare deeltjes in de lucht bedoeld die klein genoeg zijn om in te ademen. 3 Het is een verzamelnaam voor deeltjes van verschillende grootte, tot maximaal 10 micrometer (µm) doorsnede. Fijnstof wordt aangeduid als Particulate Matter (PM) met een getal erachter. Dit getal geeft de grootte van het deeltje aan. 
De 2 belangrijkste ‘maten’ voor fijnstof zijn PM10 (Particulate Matter, fijnstof dus, met een grootte tot 10 µm) en PM2,5 (fijnstof met een grootte tot maximaal 2,5 µm). De herkomst van fijnstof varieert sterk en kan een natuurlijke oorsprong hebben, zoals vanuit zeezout of een vulkaanuitbarsting. Of ontstaan door menselijke activiteit, zoals uitstoot van fabrieken of het wegverkeer. Daarbij kan fijnstof primair zijn gevormd (direct in de lucht) of secundair (na een chemische reactie in de lucht).


Ozon

Ozon ontstaat onder invloed van zonlicht uit verbranding van stikstofoxiden (NOx) en vluchtige koolwaterstoffen. In de hogere luchtlaag is dit een gas dat ons beschermt tegen Uv-straling, maar in de luchtlaag waarin wij leven kan het bij hoge concentraties schadelijk zijn voor de gezondheid. 3

Vroegtijdige sterfte in Haaglanden door langdurige blootstelling aan luchtvervuiling

Aan de hand van de blootstellingsconcentraties NO2 en PM10 in de gemeenten in Haaglanden is berekend hoeveel dagen inwoners vroegtijdig overlijden. Dit is vergeleken met het Nederlands gemiddelde. In figuur 2 is te zien dat het aantal dagen dat inwoners in Haaglanden gemiddeld eerder overlijden door luchtvervuiling op 375 dagen ligt. Gemiddeld in Nederland is dit 341 dagen. Van de 375 dagen die inwoners van de regio Haaglanden gemiddeld minder leven, kunnen 137 dagen worden toegeschreven aan de langdurige blootstelling aan NO2, en 231 dagen aan blootstelling aan PM10. Gemiddeld voor Nederland gaat het om respectievelijk 110 dagen voor NO2, en 222 voor PM10. 1

Figuur 2 De GGD-rekentool maakt gebruik van 2 verschillende modellen (one- en two-pollutantmodel) waarbij berekend kan worden wat het gezondheidseffect van 1 stof (NO2, PM10 of PM2,5) en de combinatie van stoffen is (NO2 en PM10). 12

Ziektelast in Haaglanden door langdurige blootstelling aan luchtverontreiniging

In tabel 1 zijn de berekende gezondheidseffecten van luchtvervuiling in Haaglanden te zien. Hoge blootstelling aan NO2 in Haaglanden leidt naast vroegtijdige sterfte tot meer astma bij kinderen. Bij 23,1 procent van de kinderen met astma is luchtvervuiling de oorzaak van het ontstaan van deze ziekte. Landelijk ligt dit gemiddeld lager: in heel Nederland is bij 19,1 procent van de kinderen met astma het ontstaan daarvan te relateren aan luchtvervuiling. In totaal gaat het in de regio Haaglanden jaarlijks om 449 kinderen die astma krijgen als gevolg van hoge blootstelling aan NO2. De hoge blootstelling aan NO2 heeft ook een negatief effect op de longcapaciteit van kinderen. De gemiddelde afname van de longcapaciteit van kinderen tussen de 0 en 18 jaar is in Haaglanden hoger dan gemiddeld in Nederland. Dit komt naast de hoge blootstelling aan NO2 ook deels door de blootstelling aan fijnstof.


Fijnstof veroorzaakt van alle luchtverontreinigende stoffen de grootste ziektelast. 4 Langdurige blootstelling aan fijnstof veroorzaakt vroegtijdig overlijden, hart- en vaatziekten, longkanker en een lager geboortegewicht bij baby’s. 7 De grootte van de (fijnstof)deeltjes is bepalend voor de gezondheidseffecten: hoe fijner het deeltje, hoe verder het in het lichaam doordringt. Met name PM2,5 heeft een negatieve invloed op de gezondheid, omdat deze deeltjes tot in de bloedbaan kunnen doordringen. Met behulp van de GGD-rekentool is berekend dat 19 procent van het totaal aantal jaarlijkse hartinfarcten in deze regio te relateren is aan de langdurige blootstelling aan PM2,5. Dit komt overeen met meer dan 800 inwoners per jaar. Ook krijgen iets meer dan 200 mensen in Haaglanden jaarlijks een beroerte door blootstelling aan PM2,5 (9,3 procent van het totaal aantal beroertes).

Tabel 1 Gezondheidseffecten van luchtvervuiling in 2019 in Haaglanden. Aantal gevallen per jaar (N) en percentage aandeel ziektelast van het totaal aantal gevallen (%) in Haaglanden. 1

Oorzaak 1: Blootstelling aan NO2 in de regio is hoger dan gemiddeld in Nederland

In de regio Haaglanden was de blootstelling aan NO2 in 2019 hoger dan gemiddeld in Nederland. Ook in vergelijking met de rest van Europa was Haaglanden 1 van de regio’s met een relatief hoge blootstelling aan NO28 Figuur 3 geeft de blootstelling in Haaglanden per buurt weer. De concentraties waren het hoogst in de buurten in en rondom het centrum van Den Haag. De laagste concentraties op buurtniveau zijn vastgesteld in Wassenaar. De blootstellingsconcentraties verschillen op buurtniveau aanzienlijk van elkaar. Dit komt door verschillen in lokale bronnen en in afstanden van woningen tot een bron. Geen enkel adres in de regio voldoet echter aan de gezondheidskundige advieswaarden van de WHO (van 10 µg/m³). Dus ook op plekken waar het beter is, is nog steeds gezondheidsschade te verwachten. 9

Figuur 3 Blootstellingsconcentraties (µg/m3) aan NO2 in de regio Haaglanden per buurt in 2019. 1

Figuur 4 Blootstellingsconcentraties (µg/m3) aan PM10 in de regio Haaglanden per buurt in 2019. 1

Oorzaak 2: Blootstelling aan fijnstof is met name hoog in de dichtbevolkte delen van Haaglanden

In vergelijking met de rest van Nederland, is de blootstelling in de regio Haaglanden aan fijnstof (PM10) iets hoger dan gemiddeld. In Haaglanden was dit gemiddelde voor PM10 18,3 µg/m3 in 2019 en landelijk 17,6 µg/m3. Vooral in de dichtbevolkte buurten van de regio zijn de cijfers hoger dan het Nederlands gemiddelde en ook dan het gemiddelde in de regio. In het centrum van Den Haag is de blootstelling aan fijnstof het hoogst van alle buurten in Haaglanden, zoals is te zien in figuur 4. Dit geldt zowel voor PM10 als PM2,5 (figuur 5). Ook in het centrum van Delft is de blootstelling aan PM10 en PM2,5 hoger dan elders in de regio. De blootstellingsconcentraties voor PM10 en PM2,5 in Haaglanden liggen fors hoger dan de gezondheidskundige advieswaarden die de WHO bepaalde in 2021 (respectievelijk 15 µg/m3 en 5 µg/m3). 9

Figuur 5 Blootstellingsconcentraties (µg/m3) aan PM2,5 in de regio Haaglanden per buurt in 2019. 1

Vervuilende bronnen: gezondheidsschade komt ook door lokale uitstoot

De gezondheidsschade is in Haaglanden gemiddeld hoger dan in de rest van Nederland doordat veel inwoners in de regio worden blootgesteld aan hogere concentraties van de meest schadelijke stoffen: stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10). Voor een deel stoten lokale bronnen deze stoffen uit, waarvan de belangrijkste in regio Haaglanden zijn:

  1. het wegverkeer (uitstoot van stikstofdioxide én fijnstof);
  2. mobiele werktuigen die onder andere in de bouw worden gebruikt (stikstofdioxide);
  3. houtkachels (stikstofdioxide en vooral fijnstof);
  4. de landbouwsector, waaronder de glastuinbouw (stikstofdioxide).

Figuren 6, 7 en 8 laten per gemeente de verschillende emissies per bron zien in het jaar 2018. [*]

Figuur 6 Emissie NO2 per gemeente in ton in het jaar 2018. 1

Figuur 7 Emissie PM10 per gemeente in ton in het jaar 2018. 1

Figuur 8 Emissie PM2,5 per gemeente in ton in het jaar 2018. 1

Een gezamenlijke regionale aanpak van lokale bronnen maakt verschil

Om de gezondheid van inwoners te beschermen, is schonere lucht in de regio noodzakelijk. Daarom doet GGD Haaglanden in het onderzoek aanbevelingen aan gemeenten. Ze zet hierbij in op samenwerking, want luchtvervuiling blijft niet hangen binnen de grenzen van een gemeente, maar verspreidt zich ook ver daarbuiten. 11 De 5 aanbevelingen zijn:

  1. het komen tot een regionaal actieplan;
  2. het nemen van brongerichte maatregelen;
  3. het maken van beleid om gevoelige groepen te beschermen;
  4. het ondertekenen van het Schone Lucht Akkoord;
  5. het samen optrekken met de GGD als verbinder en regionale kennispartner.

Ook inwoners kunnen zichzelf beschermen en bijdragen aan een betere luchtkwaliteit. Er zijn simpele maatregelen zoals vaker de fiets nemen en kiezen voor een schone route, zoals een parallelweg met minder verkeer. En voor langere afstanden per openbaar vervoer te reizen in plaats van met de auto. Ook het uitlaten van de houtkachel of de barbecue draagt bij aan het verbeteren van de luchtkwaliteit. Want elke verbetering van de luchtkwaliteit, hoe klein ook, is gezondheidswinst.  

Het volledige rapport is hier beschikbaar.

Wilt u reageren?
Mail de auteur of de redactie

Dankwoord

Dank aan: Michiel van den Dries, Jessica Michgelsen, Janneke Mikkers en Hans Jansen als medeauteurs aan het onderzoeksrapport. En speciaal dank aan Francissen Communicatie, Haagsblauw en Lichtverkeer voor de redactie, opmaak en aanleveren van de data.

 Over de auteurs

E.M. Kolb MSc, adviseur milieu en gezondheid, afdeling Leefomgeving, GGD Haaglanden;
M. van den Dries Phd, epidemiologisch onderzoeker, afdeling Epidemiologie, GGD Haaglanden.

E-mail: eline.kolb@ggdhaaglanden.nl

Referenties

  1. Kolb E, Mikkers J, Jansen H, Michgelsen J, van den Dries M. Luchtverontreiniging in de regio Haaglanden: Wat is de impact op gezondheid van inwoners? [Online]. September 2023 (Bezocht op 23 okt 2023); Hier online beschikbaar.
  2. Hilderink HBM, Verschuuren M. Volksgezondheid toekomstverkenning 2018 [Online]. 2018 (Bezocht op 11 sep 2023); Hier online beschikbaar.
  3. Gezondheidsraad. Gezondheidswinst door schonere lucht [Online]. 2018 (Bezocht op 11 sep 2023); Hier online beschikbaar.
  4. RIVM. Determinanten van gezondheid: Luchtverontreiniging [Online]. 2020 (Bezocht op 11 sep 2023); Hier online beschikbaar.
  5. CLO. Relatie ontwikkelingen emissies en lucht-kwaliteit, 1990-2021 [Online]. 2023 (Bezocht op 31 okt 2023); Hier online beschikbaar.
  6. RIVM. Stikstof [Online]. (Bezocht op 11 sep 2023); Beschikbaar op url: Hier online beschikbaar.
  7. RIVM. GGD Richtlijn Medische Milieukunde: Luchtkwaliteit en gezondheid [Online]. 2023 (Bezocht op 11 sep 2023); Hier online beschikbaar.
  8. Atlas Leefomgeving. Hoe is de luchtkwaliteit verdeeld over Nederland en Europa? [Online]. 2020 (Bezocht op 11 sep 2023); Hier online beschikbaar.
  9. WHO. World Health Organization global air quality guidelines: particulate matter (PM2.5 and PM10), ozone, nitrogen dioxide, sulfur dioxide and carbon monoxide [Online]. (Bezocht op 31 okt 2023); Hier online beschikbaar.
  10. De Smet P, Geijer M, et al. Monitoringsrapportage NSL 2022 [Online]. 2022 (Bezocht op 11 sep 2023); Hier online beschikbaar.
  11. Bouwman I. Regio Haaglanden werkt samen aan schone lucht [Online]. 2023 (Bezocht op 11 sep 2023); Hier online beschikbaar.
  12. Van de Weerdt R, Gehring U, van der Zee S. Hoe bereken je de gezondheidswinst van verbeterde luchtkwaliteit? [Online]. 2022 (Bezocht op 21 okt 2023); Hier online beschikbaar.

De gegevens uit de GCN-tool van het RIVM zijn gebruikt voor het bepalen van de bijdrage van lokale bronnen. Bij het uitvoeren van het onderzoek was de emissie van 2018 de meest recente, beschikbare data.