epidemiologie
Foto: Adobe stock
Een exploratief onderzoek om een beeld van deze vrouwen te schetsen
Dak- en thuisloze vrouwen in Den Haag
Angela van der Windt, Sylvia Pen, Linda Pluymen, Tayma van Pomeren
Op 1 januari 2024 waren er naar schatting 33.000 dak- en thuisloze mensen in Nederland, een stijging ten opzichte van de 26.600 een jaar eerder. 1, 2 In Den Haag verbleven ongeveer 2 op de 1.000 inwoners in 2023 in een opvang, waarmee de stad in de top 5 staat van centrumregio’s met de hoogste dakloosheid. 3 Volgens het Trimbos-instituut is een dakloos persoon iemand zonder vaste woon- of verblijfplaats die niet in de Basisregistratie Personen (BRP) staat geregistreerd. Een thuisloos persoon heeft een (wisselend) adres voor overnachting en staat via dat adres ingeschreven in de BRP. 4 Uit verschillende onderzoeken blijkt dat vrouwen een substantieel deel van de groep dak- en thuisloze mensen vormen. Zij zijn echter ook een verborgen en kwetsbare groep. 5 Landelijke cijfers van de tweede ETHOS-telling (zie kader) wijzen uit dat 30% van de dak- en thuislozen vrouw is, waarvan de meesten in een (on)veilig netwerk verblijven. 6 Vrouwen verkiezen vaak een verblijf in een (on)veilig netwerk om de maatschappelijke opvang en de straat te vermijden.
ETHOS-telling
De ETHOS (European Typology of Homelessness and Housing Exclusion) classificatie van dak- en thuisloosheid is ontwikkeld door de Europese Federatie van daklozenorganisaties en wordt steeds vaker gehanteerd om dak- en thuisloosheid te bepalen.
De ETHOS onderscheidt 4 hoofdcategorieën met daaronder 13 sub-classificaties. 7 Er is ook een ETHOS-lightversie 8, waarin 6 typen thuisloosheid worden onderscheiden, te weten mensen:
- die leven in de openbare ruimte;
- in de noodopvang;
- in een tijdelijke opvang voor dakloze mensen;
- die uitstromen uit een instelling;
- in niet-conventionele woonplekken (zoals auto, kraakpand, vakantiewoning);
- die tijdelijk verblijven bij familie, vrienden of kennissen.
De ETHOS-telling is een ‘point in time’ telling. Hiervoor worden zoveel mogelijk organisaties en diensten betrokken die met dak- en thuisloze personen in contact staan. Bijvoorbeeld gemeentelijke diensten, maatschappelijke opvangorganisaties, inloophuizen, ervaringsdeskundigen en ziekenhuizen. Op een specifieke dag vullen medewerkers van deze organisaties een korte vragenlijst in voor iedere dak- of thuisloze persoon waar zij contact mee hebben. Hierin wordt gevraagd naar de verblijfssituatie op de teldag en de 2 weken voorafgaand aan de teldag, en naar een aantal profielkenmerken.
In 2025 wordt de ETHOS-telling voor het eerst in de regio Den Haag (Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Zoetermeer en Wassenaar) uitgevoerd, samen met 8 andere regio’s in Nederland. 9
De gemeente Den Haag verzocht GGD Haaglanden om inzicht te geven in een doelgroep in Den Haag waar tot op heden nog weinig bekend over is. Het doel van dit onderzoek was om in kaart te brengen waar dak- en thuisloze vrouwen in Den Haag verblijven, welke keuzes zij maken ten aanzien van hun huisvesting, welke afwegingen daarin een rol spelen en welke behoeften dak- en thuisloze vrouwen hebben.
Het volledige onderzoeksrapport is hier online beschikbaar.
In gesprek met Haagse dak- en thuislozenorganisaties en de doelgroep
De afdeling Epidemiologie & Beleidsadvies van GGD Haaglanden voerde eind 2023 en begin 2024 een kwalitatief explorerend onderzoek uit. Voor het onderzoek zijn 17 professionals van 12 verschillende organisaties geïnterviewd die met dak- en thuisloze vrouwen te maken hebben. Daarnaast zijn er 4 ervaringsdeskundigen ((ex-)dak- of thuisloze vrouwen) geïnterviewd.
De onderzoekers hebben professionals van de volgende organisaties gesproken:
- Zij aan Zij, Leger des Heils
- Stichting Limor (2 personen)
- KesslerPerspektief: noodopvang Delagoa en Schenkweg
- Haagse Wijk- en Woonzorg (HWW)
- Haags Straatteam, Daklozenloket (2 personen)
- Stichting voor stad en kerk (STEK)/Wereldhuis
- Stichting Barka (2 personen)
- SHOP Den Haag
- Straat Consulaat (2 personen)
- Praktijkonderzoeker (persoon doet onderzoek in het werkveld, maar wilde graag dat de organisatie anoniem blijft)
- Het Rode Kruis
- VluchtelingenWerk (2 personen)
Overzicht van maatschappelijke opvanglocaties voor vrouwen in Den Haag
Mensen die geen dak boven hun hoofd hebben kunnen terecht in de maatschappelijke opvang. Er wordt onderscheid gemaakt tussen dagopvang en nachtopvang. In een dagopvang kunnen mensen onder andere terecht voor een praatje, eten en drinken, een douche en dagbesteding. Ook is medische en/of sociale hulp beschikbaar. In een nachtopvang kunnen mensen terecht voor een warme maaltijd en een slaapplek. Ook daar kan medische en/of sociale hulp beschikbaar zijn. Het overzicht toont de opvangvoorzieningen voor dak- en thuisloze vrouwen in Den Haag, gebaseerd op interviews met professionals en informatie verkregen via e-mail van organisaties. Aangezien niet alle organisaties op de hoogte waren van bepaalde locaties en hun aanbod, is het overzicht mogelijk niet volledig.

Overzicht maatschappelijke opvangvoorzieningen in Den Haag (illustratie: Willemieke Ligtenberg)
Dak- en thuisloze vrouwen vermijden de straat én de maatschappelijke opvang
Uit gesprekken met de professionals en de ervaringsdeskundigen kwam naar voren dat de oorzaken van dak- en thuisloosheid bij vrouwen grotendeels hetzelfde zijn als bij mannen. Problemen zoals schulden, werkloosheid, psychische klachten, middelengebruik en criminaliteit spelen vaak een rol. Wel zijn er verschillen in hoe mannen en vrouwen met dak- en thuisloosheid omgaan. Terwijl dak- en thuisloze mannen soms kiezen voor een verblijf in een auto, garagebox of in de open lucht, vermijden vrouwen zoveel mogelijk de straat, omdat zij de risico’s voor hun veiligheid op straat veel groter achten. Ze hebben kans om slachtoffer te worden van mensenhandel of seksueel geweld. Vrouwen verblijven daardoor langer dan mannen in marginale huisvesting [*] en lijken dus vaker thuisloos dan dakloos te zijn.
‘Ik ben bang. ’s Avonds zie je me niet op straat lopen. Als het donker wordt, ben ik binnen. Ik houd er niet van. Ik ben heel bang. […] Je komt er veel anderen, veel mensen tegen. Mensen waarvan hun hoofd niet goed is.’
– Ervaringsdeskundige, 56 jaar
Professionals van het Straat Consulaat en het Daklozenloket geven aan dat chronisch dakloze vrouwen die met complexe psychiatrische problematiek kampen, soms wel op straat verblijven. Daar gaan ze vaak (seksuele) relaties aan met een man, in ruil voor veiligheid, geld, eten en/ of drugs.
‘En ze (vrouwen) zitten ook niet alleen buiten, hè? Als ze buiten zitten, is het altijd met meerdere mannen die hen dan beschermen.’
– Casemanager Daklozenloket (Haags Straatteam)
Drempels maatschappelijke opvang
Volgens meerdere professionals en ervaringsdeskundigen zijn er voor zowel vrouwen als mannen drempels om aan te kloppen bij de maatschappelijke opvang. Schaamte, angst om gescheiden te worden van een partner, negatieve ervaringen met eerdere hulpverlening en angst voor autoriteiten zijn gemeenschappelijke drempels. Voor vrouwen komen daar extra drempels bij:
- Vrouwen worden op sommige opvanglocaties apart van mannen opgevangen. Toch voelen vrouwen zich vaak onveilig door de aanwezigheid van mannen elders in de opvanglocatie.
- Professionals geven aan dat thuisloze vrouwen met kinderen bang zijn dat Jeugdzorg hen zal scheiden van hun kinderen wanneer zij aankloppen bij een maatschappelijke opvang.
- Professionals van de Noodopvang en het Daklozenloket benoemen groepsongeschiktheid van met name chronisch dak- en thuisloze vrouwen. Deze vrouwen kunnen door hun psychische en/of verslavingsproblemen niet in een groep wonen of verblijven. Op de meeste opvanglocaties is individueel verblijf niet mogelijk, omdat een verblijf vaak met meerdere personen gedeeld wordt.
‘Ze kunnen niet met anderen op een kamer liggen door de complexiteit in psychiatrie wat er speelt of in het gebruik, veel te prikkelgevoelig. Er ontstaan conflicten tussen de dames, die gaan er hard aan toe. Ze proberen het soms wel in een opvang maar het matcht helemaal niet met hun behoeftes.’
– Casemanager Daklozenloket (Haags Straatteam)
Thuisloze vrouwen verblijven zo lang mogelijk in een netwerk
Veilig netwerk
Volgens een ervaringsdeskundige verblijven thuisloze vrouwen vaker dan mannen bij familie of vrienden, omdat vrouwen als rustiger en schoner worden beschouwd. Ook is er meer empathie voor hen, vooral voor vrouwen met kinderen.
Jonge vrouwen met een beperkt sociaal vangnet
Volgens een praktijkonderzoeker is er een kwetsbare subgroep van jonge vrouwen op het mbo, die door gezinsconflicten hun netwerk verliezen en daardoor vaak bij vriendinnen op de bank slapen. De stress van het zoeken naar een slaapplek kan ervoor zorgen dat zij hun studie vroegtijdig afbreken. Deze vrouwen vermijden ook de maatschappelijke opvang. Zij zien zichzelf niet als de ‘juiste’ doelgroep om een beroep te doen op de maatschappelijke opvang en zoeken zo lang mogelijk onderdak in hun eigen netwerk.
‘Daar (om naar de maatschappelijke opvang te gaan, red.) zat dan een heel grote drempel. Terwijl dat wel soms juist de plek was waar je de juiste hulp kon krijgen als je in zo’n situatie terechtkwam, maar dan was de nachtopvang van SHOP toch wel weer 3 stappen te ver.’
– Praktijkonderzoeker
Onveilig netwerk
Het Haags Straatteam geeft aan dat hun doelgroep vaak verblijft in risicovolle netwerken zoals een drugsnetwerk, bij gebrek aan alternatieven. Ondanks geweld of seksuele uitbuiting verkiezen sommige vrouwen dergelijke situaties boven het leven op straat, omdat het een dak boven het hoofd biedt. Sommige vrouwen keren terug naar een (ex-)partner, zelfs als die hen mishandelt.
‘Je kan denken: hij gaat me in elkaar slaan en hij scheldt me uit en dit en dat. Maar dan ga je ook denken: maar ik zit tenminste wel binnen warm, en noem maar op. Weet je, dan ga je naar dat soort dingetjes kijken en dan neem je toch dat ene slechte weer voor lief. Dan denk je, dan maar een pak slaag en dan ga ik me beter gedragen of zo.’
– Ervaringsdeskundige, 28 jaar
Als thuisloze vrouwen niet meer in hun eigen netwerk terechtkunnen, zoeken ze soms onderdak bij mensen die ze vaag of helemaal niet kennen. Volgens meerdere professionals en volgens een ervaringsdeskundige is dit vaak onderdak bij mannen en in ruil voor huishoudelijke taken en/ of seksuele handelingen. Sommige jonge vrouwen kiezen er bewust voor om een (seksuele) relatie met een man aan te gaan, zodat zij voor langere tijd een dak boven het hoofd hebben.
Wanneer kloppen dak- en thuisloze vrouwen wél aan bij de maatschappelijke opvang?
Vrouwen met kinderen
Hoewel sommige vrouwen met kinderen de opvang juist mijden, geven enkele professionals aan dat andere vrouwen met kinderen wel (deels) naar een opvang gaan. Bijvoorbeeld als er thuis een onveilige situatie voor de kinderen ontstaat, of wanneer volledig wonen in hun netwerk te belastend wordt voor dat netwerk. Locaties zoals noodopvang Schenkweg en Zij aan Zij bieden in deze gevallen uitkomst. Een professional van het Rode Kruis merkt op dat vrouwen met kinderen zelden op straat slapen, omdat hulporganisaties in deze gevallen meestal snel handelen.
Vrouwen met meervoudige psychische en/of medische problemen
Meerdere professionals zien bij vrouwen in de maatschappelijke opvang vaak complexe psychische problemen en verslavingen (zie kader). Deze problematiek maakt dat deze vrouwen zich moeilijk kunnen handhaven in hun netwerk, moeilijk hun situatie kunnen verbeteren en daardoor moeten aankloppen bij de maatschappelijke opvang. Daarnaast zijn sommige vrouwen zodanig getraumatiseerd door mishandeling en misbruik, dat ze niet meer in hun netwerk terechtkunnen, vooral wanneer dat netwerk verantwoordelijk is voor het trauma. Deze vrouwen zijn door hun verleden kwetsbaar voor mishandeling of (seksueel) misbruik in het heden. Ongewenste zwangerschappen komen regelmatig voor.
‘Dus die gaan veel langer door in een ellendige situatie thuis, bij familie of wat dan ook voordat ze uiteindelijk echt gaan komen. En dan zijn ze ook veel verder heen dan de mannelijke populatie.’
– Casemanager Daklozenloket (Haags Straatteam)
De professionals zien ook veel dak- of thuisloze vrouwen die er medisch erger aan toe zijn dan de dak- of thuisloze mannen, doordat zij vaak langer wachten met hulp zoeken. Na een ziekenhuisopname en/of een verblijf in een opvangvoorziening met hulpverlening knappen ze op en verdwijnen ze vaak weer uit beeld. Totdat het weer misgaat en het proces zich, soms jarenlang, herhaalt.
Verslavingsproblematiek en/of ontwikkelingsstoornissen
Veel dak- en thuisloze vrouwen kampen met trauma’s door geweld, seksueel misbruik en/ of verwaarlozing, wat geleid heeft tot wantrouwen, hechtingsproblemen en verslavingsproblematiek. Langdurige verslaving, vaak al vanaf de kindertijd, heeft hun fysieke gezondheid sterk aangetast.
Bij dak- en thuisloze vrouwen worden vaker kenmerken van ontwikkelingsstoornissen gesignaleerd, zoals licht verstandelijke beperkingen en autisme, in vergelijking met mannen. Als dit samengaat met verslaving, zijn de problemen vaak ernstiger.
’Multiproblematiek bij vrouwen is een factor 5 tot 10 zwaarder dan bij de mannelijke populatie. Verslaving is gelijk een hele erge verslaving. Psychoses ook. Vrouwen hebben opvallend veel borderline.’
– Casemanager Daklozenloket (Haags Straatteam)
Behoeften ten aanzien van maatschappelijke opvang
Dak- en thuisloze vrouwen hechten sterk aan huiselijkheid in opvangvoorzieningen, bijvoorbeeld met een plek om bezoek te kunnen ontvangen. Voor vrouwen met minder complexe problematiek is koken een belangrijk onderdeel van de dag. Het fungeert als een sociaal moment en biedt de mogelijkheid om met hun eigen cultuur te verbinden.
Volgens professionals is anticonceptie ook een belangrijke behoefte, vooral bij vrouwen met verslavingsproblemen of psychische aandoeningen.
Daarnaast zijn er behoeften benoemd waarvan niet is uitgesloten dat ze alleen voor vrouwen gelden. Zo is er vraag naar laagdrempelige trainingen over praktische zaken om de zelfredzaamheid te vergroten, zoals administratie en digitale vaardigheden. Daarnaast vormen culturele en taalkundige verschillen vaak een barrière in de hulpverlening, wat cultuursensitieve zorg en het gebruik van tolken noodzakelijk maakt.
Tot slot is er vanuit de professionals behoefte aan een laagdrempelige opvang die het hele jaar is geopend. Er zijn zowel mannen als vrouwen die geen actieve hulp willen of kunnen accepteren. Lang was er voor deze doelgroep geen laagdrempelige opvangvoorziening. Die is er sinds 2021 wel in de vorm van de permanente winteropvang, al is die alleen in de winter geopend. 11
Samengevat
Vrouwen zijn vaker thuisloos dan dakloos, omdat zij de risico’s van het straatleven groter inschatten dan mannelijke dak- en thuislozen. Om dit te vermijden, verblijven zij langer in een (on)veilig netwerk. Vrouwen ervaren drempels om aan te kloppen bij de maatschappelijke opvang, zoals de aanwezigheid van mannen, angst voor scheiding van hun kinderen en het gebrek aan eenpersoonskamers. Sommige vrouwen blijven in onveilige netwerken en gebruiken (seksuele) relaties als overlevingsmechanisme, vaak door trauma’s uit hun verleden. Andere vrouwen vinden onderdak in hun veilige netwerk. Jonge mbo-studenten die in hun vriendennetwerk verblijven vormen een opvallende, kwetsbare groep vrouwen. Deze vrouwen zien zichzelf niet als de ‘juiste’ doelgroep om een beroep te doen op de maatschappelijke opvang en zoeken zo lang mogelijk onderdak in hun eigen netwerk. Dit beperkt het bereik en de effectiviteit van de hulpverlening. De vrouwen die in de maatschappelijke opvang belanden, kampen meestal met complexe psychische problemen en verslavingen en zijn er vaak erger aan toe dan mannelijke dak- en thuislozen.
Hoe kunnen dak- en thuisloze vrouwen beter bereikt en geholpen worden?
De geïnterviewde professionals vonden het lastig om uitspraken te doen over de omvang van de groep dak- en thuisloze vrouwen in Den Haag, omdat met name de thuisloze vrouwen buiten het zicht van de professionals blijven. In 2025 vindt er een ETHOS-telling plaats in regio Haaglanden en zal het aantal thuisloze vrouwen dat op niet-conventionele plekken verblijft (bijvoorbeeld in een huisje op een vakantiepark), of bij familie, vrienden of kennissen, concreter worden.
In dit exploratieve onderzoek is niet gesproken met thuisloze vrouwen die in hun netwerk of op niet-conventionele plekken verblijven. Het beeld van deze groep blijft hierdoor beperkt. Vervolgonderzoek zou zich op deze groep vrouwen kunnen richten. Een eerste stap daarbij is een uitgebreide inventarisatie van alle stakeholders die mogelijk zicht hebben op deze groep vrouwen. Naar verwachting bieden de resultaten van de derde ETHOS-telling aanknopingspunten.
Het moet benadrukt worden dat de ervaren drempels om gebruik te maken van maatschappelijke opvang alleen gelden voor de opvanglocaties en niet in het algemeen voor maatschappelijke hulp. In dit onderzoek is niet nagegaan in hoeverre dak- en thuisloze vrouwen bekend zijn met het totale maatschappelijke hulpaanbod. Een (online) sociale kaart van de beschikbare hulp kan uitkomst bieden voor die vrouwen die zo lang mogelijk in een eigen netwerk verblijven. Daarnaast is het belangrijk om thuisloze jonge vrouwen vroegtijdig te signaleren en om hen toegankelijk en betaalbaar onderdak te bieden. Bijvoorbeeld door specifieke onderdakvormen te realiseren. Verdiepend onderzoek naar de oorzaken van thuisloosheid onder deze jonge vrouwen en naar hun behoeften aangaande hulpverlening, kan tevens helpen voorkomen dat deze vrouwen verder afglijden en daadwerkelijk dakloos raken.
Vrouwen lijken zich langer dan mannen in netwerken te kunnen handhaven. Dat biedt handvatten voor signalering en (secundaire) preventie. Bij ondersteuning en opvang van dakloze vrouwen moet er aandacht zijn voor de gemiddeld complexere zorgbehoefte dan bij mannen. Voldoende eenpersoonskamers voor vrouwen die niet kunnen functioneren in groepsomgevingen kunnen hierbij helpen, evenals aanbod van laagdrempelige (nacht)opvangvoorzieningen voor vrouwen die op het moment van instroom (nog) geen actieve hulp willen of kunnen accepteren.
Dankwoord
Met dank aan allen die dit onderzoek mogelijk hebben gemaakt: de gesproken ervaringsdeskundigen, Leger des Heils, Stichting Limor, KesslerPerspektief, Haagse Wijk- en Woonzorg, Daklozenloket, Stichting voor stad en kerk (STEK)/Wereldhuis, Stichting Barka, SHOP Den Haag, Straat Consulaat, Praktijkonderzoeker, Het Rode Kruis, VluchtelingenWerk en de gemeente Den Haag.
Over de auteurs
S.I. Pen, MSc en A. van der Windt, MSc, junior epidemiologisch onderzoekers; L.P.M. Pluymen, MSc, PhD en T. van Pomeren, MSc, epidemiologisch onderzoekers; allen afdeling Epidemiologie & Beleidsadvies, GGD Haaglanden.
Referenties
- Centraal Bureau voor de Statistiek. 33 duizend mensen dakloos begin 2024 [Online]. 2025 (bezocht op 28 jan 2025); Hier online beschikbaar.
- Centraal Bureau voor de Statistiek. 30,6 duizend dakloze mensen in Nederland [Online]. 2024 (Bezocht op 13 jan 2025); Hier online beschikbaar.
- Centraal Bureau voor de Statistiek. Geregistreerde dakloze personen in noodopvang en tijdelijke opvang per regio [Online]. 2024 (Bezocht op 13 jan 2025); Hier online beschikbaar.
- Trimbos-Instituut. Mensen zonder dak of thuis [Online]. (Bezocht op 13 jan 2025); Hier online beschikbaar.
- Akkermans C. Dakloosheid van vrouwen blijft onderbelicht [Online]. 2020 (Bezocht op 20 jan 2025); Hier online beschikbaar.
- Kansfonds. Resultaten tweede ETHOS telling: veel verborgen dakloosheid onder vrouwen en kinderen [Online]. (Bezocht op 24 jan 2025); Hier online beschikbaar.
- FEANTSA. ETHOS – Europese Typologie van dakloosheid en sociale uitsluiting [Online]. (Bezocht op 20 jan 2025); Hier online beschikbaar.
- FEANTSA. ETHOS Light – European typology of homelessness and housing exclusion [Online]. (Bezocht op 20 jan 2025); Hier online beschikbaar.
- Kansfonds. Negen regio’s nemen deel aan derde ronde van ETHOS telling [Online]. 2024 (Bezocht op 20 jan 2025); Hier online beschikbaar.
- Schmeets H, Reep C, Snijkers G. Afbakenen van moeilijk waarneembare bevolkingsgroepen [Online]. 2003 (Bezocht op 30 jan 2025); Hier online beschikbaar.
- Vos C, van Pomeren T, van der Windt A, Veeke M, Ligtenberg W. Permanente winteropvang van dak- en thuisloze mensen in Den Haag: hoe ging het in de derde winter? [Online]. 2024 (Bezocht op 28 jan 2025); Hier online beschikbaar.
Mensen die marginaal gehuisvest zijn, verblijven ten minste 4 weken achtereen op een locatie die geen garantie biedt op langdurige huisvesting. Voorbeelden hiervan zijn kraakpanden, caravans of het eigen netwerk, zoals bij familie of vrienden. 10