meldingen infectieziekten

Meldingen COVID-19

Met een ministeriële regeling is vanaf 1 juli 2023 de meldplicht van COVID-19 komen te vervallen. Vanaf deze datum hoeven artsen en hoofden van laboratoria individuele infecties van SARS-CoV-2 niet meer te melden bij de GGD.
Tot deze datum heeft GGD Haaglanden in 2023 2.813 individuele COVID-19 meldingen ontvangen. Dit in verhouding tot eerdere jaren lage aantal, heeft ook te maken met het veranderde testbeleid in 2022 en 2023. Vanaf 17 maart 2023 is de GGD gestopt met het afnemen van testen en zijn alle GGD-testlocaties gesloten.
In instellingen waar kwetsbaren verblijven, dienen clusters van luchtweginfecties – waaronder COVID-19 – op basis van artikel 26 nog wel gemeld te worden aan de GGD. Dit indien er sprake is van een ernstig ziektebeeld, groot aantal zieken of snelle verspreiding.

Meldingen andere ziekten (geen COVID-19)

Het aantal andere meldingsplichtige ziekten, gemeld bij de afdeling Infectieziektebestrijding van GGD Haaglanden, is in 2023 gestegen naar 699, excl. 79 meldingen tuberculose (2022: 589 excl. 78 meldingen tuberculose; 2021: 380 excl. 85 meldingen tuberculose).

Kinkhoest

Tijdens de coronapandemie daalde het aantal kinkhoestmeldingen drastisch. In 2023 zien we vanaf augustus een continue stijging van het aantal maandelijkse meldingen, leidend tot een totaal van 98 (2022: 13; 2021: 2). Niet of onvolledig gevaccineerde kinderen tot een leeftijd van 12 maanden, hebben een verhoogde kans op een ernstig beloop van deze ziekte. Van de 98 meldingen waren er 13 kinderen van 0 of 1 jaar. Al deze kinderen bleken bij het bron- en contactonderzoek niet of onvolledig gevaccineerd te zijn. In het licht van de dalende vaccinatiegraad bij kinderen is dit een zorgelijke ontwikkeling. Het is daarom weer extra belangrijk om zwangeren te wijzen op de 22 wekenprik, zodat de baby al vanaf de geboorte tegen de ziekte is beschermd.

Invasieve Groep-A-streptokokken (iGAS)

Sinds 2022 is er landelijk, maar ook bij GGD Haaglanden, sprake van een stijging van het aantal iGAS-infecties. Het Responsteam iGAS van het RIVM besloot daarom begin 2023 om de meldingsplicht en het bijbehorende (profylaxe)beleid voor contacten van patiënten met iGAS-ziekte, uit te breiden naar alle vormen van invasieve GAS-infecties. Tot dan toe waren alleen infecties die leidden tot een septische shock, een fasciitis necroticans of puerperale koorts meldingsplichtig. Vanaf 19 januari 2023 vallen ook andere ziektebeelden veroorzaakt door deze bacterie onder de meldplicht, zoals sepsis, pneumonie, (pleura-)empyeem, meningitis en artritis.
De uitbreiding van de meldplicht heeft in 2023 geleid tot 75 iGAS-meldingen (2022: 33; 2021: 13).
Bij een melding schrijft de GGD antibioticaprofylaxe voor aan alle huishoudcontacten van de patiënt. Deze huishoudcontacten en andere nauwe contacten worden verder geïnformeerd en geadviseerd om snel medische hulp te zoeken bij klachten die kunnen passen bij een GAS-infectie.

Invasieve pneumokokkenziekte (IPD)

Per 1 april 2021 is de meldingsplicht voor invasieve pneumokokkenziekte (IPD) uitgebreid, in navolging van het pneumokokkenvaccinatieprogramma bij ouderen, dat in het najaar van 2020 van start is gegaan. Per 1 april 2021 is IPD bij mensen van 60 jaar of ouder meldingsplichtig, naast de al bestaande meldingsplicht bij kinderen geboren vanaf 2006. Deze uitbreiding waarborgt een goede evaluatie van het vaccinatieprogramma bij ouderen.
Door de verandering in de meldingsplicht is het aantal meldingen van IPD in 2023 gestegen naar 75, waarvan 69 ouderen en 6 kinderen geboren na 2006 (2022: 69, waarvan 4 kinderen; 2021: 23, waarvan 6 kinderen). Het aantal gemelde kinderen met deze ziekte blijft de afgelopen jaren stabiel.

Carbapenemase-producerende Enterobacterales (CPE)

Een aangetoonde infectie met carbapenemase-producerende Enterobacterales valt sinds juli 2019 onder de meldingsplichtige ziekten, groep C. In 2023 is het aantal meldingen van CPE bij de GGD gestegen naar 47 (2022: 27; 2021: 19). CPE vormen een belangrijke dreiging voor de volks-gezondheid, doordat de behandelmogelijkheden van infecties veroorzaakt door deze zeer resistente bacteriën, uitermate beperkt zijn. In ruim de helft van de gevallen is de besmetting meest waarschijnlijk uit het buitenland meegenomen. In Nederland komt CPE nog weinig voor, maar in andere delen van de wereld en in de ons omringende Europese landen, komen infecties en dragerschap met CPE steeds meer voor. Hierdoor neemt de kans op introductie in Nederland toe. Het is belangrijk om CPE snel op te sporen en als deze wordt aangetroffen, verspreiding naar andere mensen te voorkomen, met name binnen zorginstellingen.

Bof

In 2023 heeft de GGD 23 bofmeldingen ontvangen (2022: 1; 2021: 0). In de maanden juni t/m augustus van het afgelopen jaar heeft de GGD te maken gehad met een uitbraak van bof. Het betrof een cluster rondom een basisschool: 7 kinderen bezochten deze school en 2 volwassenen waren werkzaam op deze school. In deze zomerperiode zijn er in totaal 22 bevestigde patiënten gemeld: 15 kinderen in de leeftijd van 1 t/m 10 jaar en 7 volwassenen in de leeftijd van 32 t/m 44 jaar.
Van de 15 kinderen waren er 9 niet gevaccineerd tegen bof en 6 gevaccineerd conform het RVP (Rijksvaccinatieprogramma).
In totaal hadden 18 patiënten een link (direct of via huishoudcontact) met deze school.
De school bevindt zich in een wijk waarvan bekend is dat de vaccinatiegraad bij kinderen relatief laag is. Er zijn BMR-vaccinaties aangeboden, maar hier is geen gebruik van gemaakt. De lage vaccinatiegraad is op zichzelf een zorg. De beperkte bereidheid alsnog te vaccineren tijdens een uitbraak vergroot deze zorg.

Mazelen

In 2023 heeft de GGD weer sinds lange tijd 4 meldingen van mazelen ontvangen. De laatste mazelenmelding hiervoor dateerde van 2019. De meldingen betroffen 2 kinderen uit 1 gezin en 2 individuele gevallen, die niet gerelateerd waren aan elkaar. Er heeft geen verdere verspreiding plaatsgevonden. Van de 4 personen waren er 3 niet gevaccineerd tegen mazelen. Twee personen lijken de infectie in het buitenland opgelopen te hebben. Drie gevallen bevonden zich ook in een wijk waarvan bekend is dat de vaccinatiegraad daar laag is, en hadden de potentie om een uitbraak te veroorzaken.

Legionellose

Het aantal meldingen van legionellose is met 75 wederom gestegen het afgelopen jaar (2022: 46; 2021: 35), met een piekaantal meldingen in het 3e kwartaal van 2023. Deze stijging werd ook landelijk gezien. Legionellose wordt niet van mens op mens overgedragen, maar vanuit de leefomgeving via wateraerosolen. Een hoog aantal meldingen is gebruikelijk in de zomer. Het aantal was deze zomer echter aanzienlijk hoger dan eerdere jaren, vooral in augustus en september. Er is geen cluster gevonden waarbij een gemeenschappelijke bron is bevestigd. Uit onderzoek is bekend dat legionellose verheffingen in de zomer een associatie hebben met veel regenval en warm, vochtig weer. Het is aannemelijk dat omgevingsbronnen een rol spelen bij een dergelijke verheffing. Dit kunnen bijvoorbeeld natte koeltorens zijn, afvalwaterzuiveringen bij bedrijven, of de riool-waterzuiverings- en vergistingsinstallaties voor biogasproductie. De GGD werkt samen met de omgevingsdienst om dergelijke bronnen in zicht te krijgen.

Meningokokkose

De GGD heeft in 2023 10 meldingen van meningokokkenziekte ontvangen (2022: 2; 2021: 1). Dit betrof 6 jongeren onder de 25 jaar met een type B-infectie en 3 ouderen boven de 55 jaar met een type C en W. Bij 1 oudere is het type (nog) onbekend. De gestage opmars van infecties met type B onder jongeren verdient extra aandacht de komende jaren.
Kinderen van 14 maanden en jongeren van 14 jaar ontvangen tegen de types ACWY een vaccinatie vanuit het Rijksvaccinatieprogramma.

Overige meldingsplichtige ziekten

In 2022 is er een uitbraak van mpox (monkeypox, of apenpokken) geweest, waarbij de GGD in totaal 100 bevestigde gevallen gemeld heeft gekregen. Tijdens de uitbraak circuleerde het virus met name onder mannen die seks hebben met mannen (MSM), waarbij veel wisselende seksuele contacten een belangrijke rol spelen. Vanaf juli 2022 is er een landelijke vaccinatiecampagne opgezet, gericht op deze specifieke doelgroep. In 2023 heeft de GGD geen nieuwe meldingen van mpox ontvangen. Waakzaamheid blijft wel nodig. Elders in Nederland zijn nog sporadisch gevallen geweest en de wereldwijde uitbraak is nog niet uitgedoofd.

De aantallen meldingen van hepatitis B en C variëren jaarlijks, met in 2023 voor hepatitis B 106 (2022: 99; 2021: 117) en hepatitis C 40 (2022: 45; 2021: 53). Opvallend hierbij was het aantal acute hepatitis B-infecties. Voor het tweede opeenvolgende jaar lag dit aantal op 8, met maar 2 en 3 meldingen in de 2 daaraan voorafgaande jaren. Het betrof dit jaar 8 mannen tussen de 30 tot 70 jaar. De oorzaak van de acute besmetting is vaak lastig te achterhalen, maar lijkt meerdere keren (5) samen te hangen met onbeschermd seksueel contact.

Er zijn in 2023 10 meldingen van hepatitis A (besmettelijke geelzucht) geweest (2022: 8; 2021: 5).
Dit waren niet aan elkaar gerelateerde infecties, die bijna allemaal via reizen waren opgelopen. Dit wijst op het belang van vaccinatie tegen deze ziekte voor reizigers naar de (sub)tropen.

De aantallen infecties met besmettelijke maag-darmpathogenen, zoals shigellose en shigatoxineproducerende E. coli (STEC), laten in 2023 een wisselend beeld zien. Het aantal meldingen van shigellose is gestegen tot 50 (2022: 35; 2021: 33) en dat van STEC is gedaald tot 34 (2022: 45; 2021: 32).
Shigellose-besmetting verloopt fecaal-oraal en hangt vaak samen met minder hygiënische omstandigheden. Daarnaast zien we deze infectie ook regelmatig bij de MSM-populatie.
STEC-infecties zijn meestal aan voedsel gerelateerd en worden in verband gebracht met consumptie van bijvoorbeeld onvoldoende verhit vlees, ongepasteuriseerde zuivelproducten of onvoldoende gewassen groenten.

Niet-meldingsplichtige ziekten

De afdeling Infectieziektebestrijding krijgt vele vragen over diverse, vaak ook niet-meldingspichtige infectieziekten. Meldingen van scabiës (schurft) en verdenking op rabiës (hondsdolheid) en de afhandeling hiervan bijvoorbeeld, zijn hierbij tijdsintensief.

Het aantal vragen van personen die in het buitenland gebeten of gekrabd waren door een zoogdier, is in 2023 verdubbeld (2023: 130; 2022: 63; 2021: 25). Na een verwonding door een dier in het buitenland, beoordeelt de GGD of er kans bestaat op rabiës en geeft in dat geval de noodzakelijke post-expositieprofylaxe.

Scabiës blijft een hardnekkig probleem. Huisartsen zien meer patiënten met jeukklachten veroorzaakt door de schurftmijt. Ook de GGD krijgt op diverse manieren dagelijks vragen over en meldingen van scabiës: van particulieren, over uitbraken, bij studenten, op scholen, bij kinderopvang en bij zorginstellingen. Dit aantal blijft stijgen. In 2023 waren dit in totaal 320 vragen en meldingen (2022: 246; 2021: 192). Het is belangrijk te benadrukken dat het aantal vragen niet gelijk staat aan het aantal gevallen. Veel gevallen worden door de huisarts of dermatoloog afgehandeld en zijn niet bekend bij de GGD. Andersom kan er niet altijd onomstotelijk vastgesteld worden dat er sprake is van scabiës.

Artikel 26 meldingen

In 2023 is het totaal aantal meldingen door instellingen (op basis van artikel 26 van de Wet Publieke Gezondheid) gedaald. Dit jaar waren dat er 264 (2022: 705; 2021: 1040).
Tijdens de COVID-19 pandemie betrof dit voornamelijk meldingen van luchtwegklachten (COVID-19 of COVID-19 gerelateerde klachten) door de langdurige zorg, de kinderopvang en het onderwijs. Dit jaar zien we bij de meldingen weer het diverse beeld van gastro-enteritis, huidinfecties en luchtweginfecties, zoals dat voor de COVID-19 pandemie gebruikelijk was.

Publieksvragen

De afdeling Infectieziektebestrijding heeft een belangrijke publieksfunctie. Het algemeen publiek, instellingen en ketenpartners weten de GGD goed te vinden. De afdeling Infectieziektebestrijding is in 2023 bijna 900 keer benaderd (telefonisch of per e-mail) met vragen (2022: 1432; 2021: 998). Ruim een kwart hiervan ging over scabiës.
De overige 75% van de vragen gingen over tal van infectieziekten of onderwerpen gerelateerd aan infectieziekten, zoals rabiës, vaccinaties, COVID-19, hepatitis, waterpokken, bof, mazelen, besmettingsaccidenten, HPV en gordelroos.